- Lees de tekst globaal en markeer alle signaalwoorden en leestekens.
- Analiseer deze woorden om de opbouw van de tekst te begrijpen (zie lijst verbanden hieronder)
- Argumenten worden gegeven met woorden als porque, así que…
- Veel antwoorden zijn te vinden in de buurt van signaalwoorden.
- Kijk hier naar enkele voorbeelden en leer vooraf je lijst examenidioom.
- Positieve woorden: mejor, la ventaja, lo más importante.
- Negatieve woorden: el prejuicio, en inconveniente, poco, grave, caro.
- Aandacht vragen of iets belangrijks: ojo, atención, cuidado, !.
- Voorbeelden: por ejemplo, como, de esta manera.
- Vergelijkingen: como, igual que, más/menos que.
- Oorzaak – gevolg – redenen: la causa, la consecuencia, por qué, porque of :
- Opsomming: primero, después, enseguida, más tarde, finalmente.
- Tegenstelling: por tanto, por lo contrario, contradecir.
- Doel: el resultado, el objetivo, para (que), así que, por + ww