Scanteksten gaan meestal over praktische informatie zoals een agenda, een recept of een handleiding. Bij dit soort teksten ga je op zoek naar concrete informatie. Het is handig om eerst de vragen de lezen en daarna gericht op het juiste onderdeel het antwoord te zoeken.
Bij lange teksten wordt vaak dieper op de tekst ingegaan. Er zijn meestal ongeveer 3 tot 8 vragen. Het is dus belangrijk om de vraag goed te begrijpen.
Lees de tekst globaal en markeer alle signaalwoorden en leestekens. Analiseer deze woorden om de opbouw van de tekst te begrijpen (zie lijst verbanden hieronder) Argumenten worden gegeven met woorden als porque, así que… Veel antwoorden zijn te vinden in de buurt van signaalwoorden. Kijk hier naar enkele voorbeelden en leer vooraf je lijst examenidioom. …
De grote lijn of hoofdgedachte van de tekst zegt in één zin de boodschap die de schrijver wil overbrengen. Kijk naar het plaatje en naar de titel van deze tekst. De hoofdgedachte bestaat uit de belangrijkste (kern) zin uit een alinea of tekst en is meestal te vinden in de inleiding en het slot. Lees …
Korte teksten hebben meestal geen alinea- indeling en er worden weinig vragen over gesteld. Het is handig om eerst de vragen te lezen en daarna gericht het antwoord op de vraag te zoeken tijdens het lezen.
Lees de tekst eerst helemaal door. Lees eerst alleen de vraag, niet de antwoorden. Lees de alinea rondom het gat goed en grondig door. Streep de antwoorden door die niet passen met de grote lijn, bijvoorbeeld positieve/ negatieve woorden. Zoek de betekenis van onbekende woorden in het woordenboek.
