Toon van de tekst
Lees de laatste zin van de alinea waarover de vraag gaat en bedenk of deze zin positief of negatief is. Lees de mogelijke antwoorden. Zet een + bij positieve woorden, een +/- bij neutrale woorden en een – bij negatieve woorden. Gebruik een woordenboek als je één van de mogelijke antwoorden niet kent. Markeer de …